Beperkte keuze / Restricted choice

Twee gelijken

	Noord
	A B 10
West		Oost
???		???
	Zuid
	x x x

Voordat er een kaart gespeeld is zijn de kansen als volgt:

A priori
West	Oost	%
HV	-	24
H	V	26
V	H	26
-	HV	24
Zuid maakt 2 slagen door 2 keer te snijden = 76%

Zuid speelt een kleintje naar de tien oost neemt met de heer of de vrouw. De kansen zijn nu:

A posteriori
West	Oost	% a priori	% a posteriori
HV	-	24	0
H	V	26	34,2
V	H	26	34,2
-	HV	24	31,6
Zuid maakt 2 slagen = 68.4%

Als een tegenstander neemt met 1 van twee gelijken, is de kans dat hij/zij de andere heeft gehalveerd.
Immers als oost heer vrouw heeft neemt hij/zij de ene keer met de vrouw en de andere keer met de heer.

---

	Noord
	A 10 9 8 6 2
West		Oost
???		???
	Zuid
	H 5 3

Zuid speelt de heer en west speelt de 4 bij en oost de boer.
In de volgende slag speelt zuid een kleintje en west bekent met de 7.
West heeft 11 vrije plaatsen en oost 12.
Maar van VB speelt oost de ene keer de B en de andere keer de V dus in de helft van de gevallen speelt hij de boer.
Dus 11 tegen 6 dat west de V heeft.
De a priori kansen singleton honneur = 12,44% tegen VB sec = 6,78% (11 tegen 6) geven dus een goede indicatie van wat te doen.

---

Drie gelijken

	Noord
	A 10 9 8
West		Oost
???		???
	Zuid
	4 3 2

Zuid speelt de 2 naar de 8 west bekent en oost neemt met de boer.
Als zuid weer aan slag is speelt hij de 3 west bekent en oost neemt met de vrouw.
Daarna speelt zuid de 4 west bekent:
West heeft 10 vrije plaatsen en oost 11.
Maar oost had met HVB in de eerste 2 slagen met een andere honneur kunnen nemen. (HB of HV i.p.v. VB)
Dus west 10 vrije plaatsen tegen oost 11/3 oftewel de kans dat west de heer heeft is 30 tegen oost 11.
Snijden is dus bijna 75%.
Als een tegenstander 2 slagen neemt met 2 van drie gelijken is de kans dat hij/zij de derde heeft gereduceerd tot eenderde.

---

Het lijkt wel alsof je in dit soort situaties altijd moet snijden, toch is dat in extreme gevallen niet zo.
Met name als een andere kleur erg ongelijk over de tegenstanders verdeeld is. Een voorbeeld:
Met allen kwetsbaar opent oost drie schoppen en het dappere eindcontract is zeven ruiten.

	Noord
	V 7 6 4
	A V 9
	H 6
	A 8 7 6
West		Oost
???		???
	Zuid
	-
	H B 2
	A 10 9 7 5 4 3
	H V 4

Je troeft de schoppenstart en speelt ruitenheer, bij west valt de vrouw oost bekent.
Je speelt een kleintje richting de aas oost bekent.
Het lijkt redelijk om oost op een zevenkaart schoppen te taxeren west heeft er dan 2.
Oost heeft 4 vrije plaatsen (13 - 7 schoppens - 2 ruitens) west 10 (13 - 2 schoppens - 1 ruiten)
Maar van VB had west ook de boer kunnen spelen als we daarvoor corrigeren wordt het:
Oost 4 en west 10/2 kortom 4 tegen 5 en dus is west favoriet om de boer te hebben je moet dus slaan.

Print deze pagina

Source:
Bridge odds for practical players
Hugh Kelsey and Michael Glauert